Cinema Ascona in Kubaard is het enige filmfestival ter wereld dat naar hooi ruikt, vermengd met andere luchtjes. Vier zalen in en om een boerderij, dan krijg je dat.
Het waren er trouwens eerst vijf, maar het programma in de vijfde zaal, die we in een broeikas wilden inrichten, is geschrapt nadat we erachter waren gekomen dat een broeikas niet voor niets zo heet.
Deze hooibalen stonden bovenop de Astra-zaal, en waren te zien vanuit de Ascona-zaal, waar de hoofdfilm van de avond draaide, 'Daniël' van Erik Terpstra.
Hoofdrolspeler Peter Schaapman was erbij, gaf hilarisch commentaar en kreunde als er een scene kwam die hij na veertig jaar nog steeds pijnlijk vindt om te zien.
,,Ruik ik nou mest?'', fluisterde hij halverwege de film.
,,Ja, misschien van de ponies buiten'', fluisterde ik terug.
,,Gelukkig. Ik was al bang dat ik het zelf was'', zei hij.
Ik vroeg hem ook naar de anekdote over Willem Nijholt, maar die wilde hij niet nog eens vertellen omdat Nijholt de aardigste man was die hij op de set had leren kennen en ik hem bovendien al eens op dit weblog heb gezet.
In mijn zaal, Commodore (hierboven op de foto), zette ik de herontdekking van regisseur Ken Russell in.
Daar ben ik misschien wat te vroeg mee geweest, want de paar kijkers die bij 'Lisztomania kwamen hielden het hooguit een minuut of vijf vol. Ik zat vaak in mijn eentje te kijken.
Gelukkig deed 'Tommy' het beter. Na een paar klanken drong het tot Patrick door: ,,Is dit soms 'Tommy' van The Who?''
Ja, dat is het.
,,Die heb ik vroeger grijsgedraaid'', kreet hij en zong de rest van de film mee. Net als ikzelf en enkele andere bezoekers.
Voor de statistieken: er waren tussen de zestig en zeventig bezoekers.