donderdag 17 juli 2003
Ketchikan
De Alaska Marine Higway System, zoals de ferry hier heet, gaat lekker geleidelijk de kust langs van Seward naar Juneau, met onderweg stops, en nu van Juneau naar Bellingham (vlak bij Seattle), ook weer met tussenstops. Dit laatste stuk is heel leuk, want we gaan tussen de fjorden door en door straits waar het moeilijk navigeren is. Een Forest Ranger vertelt ons er onderweg van alles over in de forward lounge want het is hier een groot natuurgebied.
Maar de plaatsjes waar we stoppen, daar heb ik mijn twijfels over. Zo ben ik op dit moment in Ketchikan, waar ze van die houten fronts voor de winkels hebben, zodat het erg erg Amerikaans West uitziet. Maar aan de overkant van de huizen liggen drie cruiseschepen, hoger dan alles in dit stadje, neergedaald in dit plaatsje als een Bilgaardflat vol kapitaalkrachtige bejaarden. En dat is hier steeds zo in die kustplaatsen. Daarom ben ik een internetcafe in gevlucht. Want verder zijn hier alleen maar T-shirtenwinkels en uweliers: een inwoner vertelde me dat de twintigste juwelier hier net is gestart en dat ze allemaal goede zaken doen. Het zijn geen locals, het zijn niet eens Amerikanen, vertelt hij. 's Winters zijn ze allemaal weg.
Ik ga zo weer terug naar de ferry want daar vind ik het eigenlijk leuker dan in dit soort plaatsjes voor seniors. Dat komt ook door Rob, de third mate, met wie ik gisteren kennis heb gemaakt. Hij is nog maar vier maanden aan het werk bij de Alaska Marine Highway System, en nog min of meer in opleiding, zes uur aan het werk, zes uur vrij, de hele reis.
Rob hoorde direct dat ik uit Nederland kom, want hij heeft bij de Holland Amerika Lijn gewerkt. Hij kent dan ook wat Nederlands, vertelde hij trots. ,,Gefeliciteerd met uw verjaardag'', ,,Hallo, mijn naam is Rob'', en ,,Jij praat te veel'', want dat zeiden ze vaak tegen hem. Het klopt ook wel, maar ik vind het wel gezellig en bovendien heeft hij in Nederland een enorme passie gekregen voor stroopwafels, en dat schept een band.