maandag 3 februari 2014

De parabel van de Zenmeester


Wonderlijk, hoe vlot mensen kunnen opnoemen wat hun drie favoriete scenes zijn van Philip Seymour Hoffman, die zondag op zijn 46-ste is overleden. Een overdosis naar het schijnt - hij gebruikte heroine en dronk zo dat hij al vrij jong naar een afkickkliniek ging. ,,I had no interest in drinking in moderation", zei hij een paar jaar terug in The Guardian. ,,And I still don't. Just because all that time's passed doesn't mean maybe it was just a phase. That's you know, that's who I am."

Ik zat over drie scenes na te denken, want op internet hoor je met lijstjes te komen. Maar ik kan niet kiezen, omdat Hoffman van die goeie keuzes maakte. Die indringende eerste verhoorscene uit 'The Master'. De hunkerende en ongelukkige mannetjes die hij neerzette in 'Boogie Nights' en 'Happiness'. De ziekenbroeder in 'Magnolia' (vandaag sprak ik overigens iemand die 'Magnolia' niet veel aan vond, die mensen bestaan ook). De secretaris uit 'The Big Lebowski'. Truman Capote.

Soms blijven scenes je bij omdat ze zo vernuftig geschreven zijn. Zoals die uit 'Charlie Wilson's War', toch al een film vol geweldige gesprekken (geschreven door Aaron Sorkin van 'The West Wing'), waarin Hoffman (hij speelt een adviseur) met een parabel komt, die het op papier al goed doet.
Een jongen krijgt een paard op zijn veertiende verjaardag. Iedereen in het dorp zegt: 'O wat fantastisch!'.
Maar een Zenmeester die in het dorp woont zegt: 'We zullen zien.'

De jongen valt van zijn paard en breekt zijn voet. Iedereen in het dorp zegt: 'O wat afschuwelijk!'
De Zenmeester zegt: 'We zullen zien.'

Er komt een oorlog en alle jonge mannen worden opgeroepen in het leger. Maar de jongen blijft achter, omdat hij zijn voet heeft gebroken. Iedereen zegt: 'O wat fantastisch!'
Maar de Zenmeester zegt: 'We zullen zien'.





.