zaterdag 28 december 2013

Klein lederwarengebied en de Duitse economie

Mijn voor-vorige beurs was een erfstuk van pake, van het merk Castelijn en Beerens.

Een bedrijf, lees ik op hun website, dat is opgericht door stikmeester Walter Castelijn en leerstanser Marinus Beerens. Portemonnaies waren een bijproduct toen ze in 1945 begonnen, maar ze groeiden uit tot ,,marktleider op klein lederwarengebied".

Mede door de 'portoquick', een metalen strookje waar je kleingeld aan bleef hangen, dat eind jaren zestig een hele verbetering leek.

Hoe degelijk ook, zo'n beurs gaat een keer stuk. Daarom kocht ik destijds bij tassenwinkel De Gladde Gevel in de Leeuwarder Oosterstraat een nieuwe Castelijn en Beerens. Die begon dit jaar slijtageplekken te vertonen, omdat ik er altijd van alles in prop. Maar ja, je blijft er toch lang mee rondlopen, omdat het een deel van je lichaam is geworden, met precies de juiste kromming.

Zo zitten er achterin zo'n beurs altijd twee vakken voor biljetten, met een scheidingsstuk ertussen (waarom is een beetje onduidelijk). Dat stuk hing er al een tijdje bij. Ook het vakje voor je rijbewijs hing open. Vorige week knapte het leer waarachter bankpasjes en zo zitten, zodat die los door mijn broekzak dreigden te gaan zwermen.


Hoog tijd voor een nieuwe. Die tassenwinkel bestaat niet meer, maar nu heb je Brixx. Daar verkopen ze ook Castelijn en Beerens. Het meisje legde een keur aan beurzen voor me neer, want al is het maar een opbergdingetje met steeds dezelfde vakjes, er is veel variatie mogelijk.

,,Zelf zijn we heel erg dol op Aunts&Uncles", zei ze. ,,Dat is een Duits merk." Daar legde ze ook een paar van neer.

Zoiets brengt me meteen in loyaliteitsproblemen. Aan de ene kant heb je dat vaderlandse bedrijf, waar een derde generatie al leer aan het stikken en stansen is. Aan de andere kant heb je die degelijke Duitsers. Waar het met de economie beter gaat, zodat hun beurzen vermoedelijk steviger zijn. Die hippe Engelse naam is weer minder, ik hou van bedrijven die naar hun oprichters heten.

Het werd de Duitse beurs, van het type Cat (dat Engels, daar moeten ze echt mee stoppen). Allerlei vakjes en toch niet overdreven dik. Hij is van ,,hoch vegetabil gegerbtes Premium-Rindleder, geölt, gewachst und von Hand nachbearbeitet", dus het is niet niks. 

Hij moet alleen nog wat wennen, want hij voelt stug en hoekig in de broekzak. Zoiets is toch een soort orgaantransplantatie. Hopelijk stoot mijn lichaam deze haselnussfarbene Katze niet af.