Diez, nueve, ocho...
Volgens de kaart en de metro heet het Plaza Francia, maar iedereen noemt het Plaza Altamira. Er zitten altijd wel mensen, maar tijdens de jaarwisseling was het propvol. Sommigen kwamen met koelbox, klapstoeltjes en baby’s om er het jaar uit te zitten.
We liepen eerst een tent binnen, maar dat was niet de bedoeling. ,,Government party’’, legde een jongen ons bij de ingang uit, en schudde ons de hand om ons toch alvast un feliz dos mil nueve te wensen. Jammer – een government party had me wel wat geleken.
Op het plein, waar iedereen rum bij elkaar in de cola gooit, behalve misschien bij die baby’s, stond een groot podium voor de obelisk, met salsa-orkesten. Van die ingewikkelde muziek waarin ieder instrument iets anders lijkt te doen, waarbij dansers dan weer bewegingen maken die bij een heel ander ritme horen.
Even voor twaalven stroomde het podium vol officials, werd een gong naar voren geschoven en begon de presentator een ellenlang verhaal. Volgens onze horloges overschreed hij de grens van middernacht ruimschoots.
Het aftellen begon pas om twee over twaalf, maar in Venezuela houdt niemand zich aan de klok, daar wen je snel aan. Wat doet het er ook toe. Je telt massaal van diez tot uno en zoent onder het reusachtig kabaalvuurwerk het eerste het beste meisje dat naast je staat. Geen drie keer, zoals in Nederland, want van twee keer schrikken ze al.