Wopke de kat en het noodlot
In het huis waar collega Jantien vroeger woonde, woont nu taalonderzoekster Renée van Bezooijen. Gisteren voor kreeg ze de Wopke Eekhoffprijs - een prijs voor publicaties over Leeuwarder geschiedenis - voor haar boek ‘Het raadsel van de ratelaar’.
Ze had de prijs meteen gegoogled, want ze had er nog nooit van gehoord, bekende ze gisteren. Zo kwam ze erachter dat er € 2275 aan verbonden is. Daarvoor gaat ze een Maine coon kopen, een dure raskat met kwastjes aan de oren (zie het plaatje boven, ze schijnen fors te zijn), waarvoor wachtlijsten bestaan. Ze gaat hem Wopke noemen.
Toen Jantien daar nog woonde, had ze ook een raskat, een Russische blauwe. Die heeft niet lang geleefd, want hij kwam, als ik me goed herinner, al binnen een maand onder een auto.
Een akelig vooruitzicht voor de Maine coon Wopke. Maar moet je zoiets nu ook vertellen op zo'n feestelijke prijsuitreiking, vroeg ik me gistermiddag af. Ik deed het wel, iemand die aan Leeuwarder geschiedenis doet en de hele tijd van alles googelt komt daar toch wel achter.
Bezooijen zat er niet mee: ,,Mijn katten komen nooit buiten'', zei ze.