woensdag 21 februari 2007


Hand voor de mond

Snipverkouden zijn, daar is niet veel aan. Je bent te duf om een boek te lezen of een film uit te zien, en je vult het ene zakdoekje na het andere met stroperige snotcustard (yellow mellow custard, zingt John Lennon in 'I am the walrus'), met af en toe een bloedneus tussendoor. Hoe al dat vocht in je hoofd komt is me een raadsel.

Het prettige deel van verkoudheid is het niezen zonder remming. Daar kun je lekker aan toegeven als je in je eentje bent, van die eerste kriebel die een nies aankondigt tot het moment dat het er met volle kracht uitkomt. Lekker tegen de vloer, of beter nog, tegen een krant, zodat je het interessante spetterpatroon ziet.

Toen de film net was uitgevonden, nam de cameraman van Edison medewerker Fred Ott op, die een snuifje tabak neemt en flink niest. Een beroemde nies, en je kunt zien dat Ott het ook lekker vindt, zo zonder hand voor de mond. Je kunt hem bijna horen, en het spat nog net niet op de lens.

Naschrift
Collega Fedde schrijft, dat John Lennon niet zingt 'yellow mellow custard', maar 'yellow matter custard'. Ik blijk dat mijn hele leven al verkeerd te hebben. Maar er zit vooruitgang in, want toen ik een jaar of twaalf of zo was, zaten de Engelse teksten die ik meezong vol woorden van eigen makelij, ik sloeg er soms maar een slag naar. Deze is kenneljk blijven hangen.