maandag 29 september 2003
De slag bij Waterpolo
Waterpolo, daar weet ik zo goed als niks van af. Ik heb me alleen wel eens laten vertellen, dat het een van de hardhandigste sporten is, en vooral vrouwelijke spelers allerlei geniepigheden uithalen als de scheidsrechter niet kijkt.
Aart kwam zondag op een verjaardagsfeestje in Amsterdam binnen en hij bleek zojuist te hebben gewaterpolood. Of watergepolood, waterpogelood, hoe je het ook maar vervoegt. ,,Ik wil geen flauwe opmerkingen over waterpolo horen'', was ongeveer zijn eerste opmerking.
Nou, dan moet je net bij mij zijn als ik al een paar biertjes heb gehad. ,,Hoe lang kan zo'n paard eigenlijk onder water blijven?'' vroeg ik hem meteen. Hij keek wat verbaasd. ,,Ja, polo speel je toch te paard?'', lichtte ik welwillend toe. ,,Of doe je het misschien met een zeepaard?''
Aart hief zijn ogen naar omhoog, want toen ook Jan Nijdam allerlei rare dingen over waterpolo ging vragen, en we ons al snel afvroegen of je onder water ook simultaansnelschaak kunt spelen of blaasvoetbal was de maat vol. Hij gaf wat korzelig antwoord en bleef slechts zo lang als het leegdrinken van een biertje duurde.
Het was een gezellige verjaardag, en Aart, als ik je tegenkom op het Noordelijk Filmfestival zal ik niet over waterpolo beginnen. Denk ik.