Er zit me iets dwars van Edge of tomorrow, een science-fiction/actiefilm met Tom Cruise die een mengeling is van Groundhog day, Starship troopers en Saving private Ryan.
Buitenaardse wezens hebben het Europese vasteland overgenomen na een landing in Hamburg. Aan alle kanten worden ze bestreden door de geallieerden, zeg maar.
Dat gaat niet goed, want die buitenaardsen kunnen steeds als ze een slag hebben verloren de tijd terugzetten en die slag nog eens, maar dan met voorkennis, overdoen.
Tom Cruise is een voorlichter die naar het front in Normandiƫ gestuurd wordt. Daar probeert hij onderuit te komen, want voorlichters zijn niet gewend om echt werk te doen, maar hij ontkomt er niet aan. Hij sneuvelt, maar ontwaakt dan weer, een dag eerder. Er zit iets van die buitenaardsen in zijn bloed, zodat hij deze futuristische D-Day steeds opnieuw kan doen. Als een game met oneindig veel levens, steeds vanaf hetzelfde begin. Hij wordt er gaandeweg beter in.
Hij leert een vrouw kennen die dat vermogen ook had. Zij waarschuwt hem: een keer ging ze niet dood maar raakte ze alleen buiten westen. Toen kreeg ze een bloedtransfusie en was het vermogen om te resetten verdwenen. Dat overkomt Cruise ook in de film. Na een bloedtransfusie ben je weer een gewone sterveling die er alles aan moet doen om in leven te blijven.
De vraag is alleen: hoe weten ze dat? Je kunt er immers enkel achter komen door dood te gaan. Hebben ze dat reset-vermogen, dan komen ze een dag eerder weer bij. Hebben ze dat vermogen niet meer, dan blijven ze dood. Maar dan weten ze ook niet dat ze het kwijt zijn, en ze kunnen het zeker niet aan een ander vertellen.
,,Het is maar film", zou mijn oma in zo'n geval zeggen. Dat klopt, maar toch houdt het me bezig.
(De film is in 3D, wat overbodig is. Ik heb een opname van Tom Cruise in de film, die ook over deze kwestie lijkt te piekeren, ver-3D'd, voor zo'n rood-blauwbrilletje.)