vrijdag 15 oktober 2010

Haat, liefde en diepvries



Bij de vriezer van Super de Boer was de jongen die verderop in de straat in het kraakpand woont. Hij riep naar een meisje met een bandanna om haar haar, die verderop met een groepje liep: ,,Heb ik jouw vriend getatoeëerd?’’

,,He?'', riep het meisje terug. Haar belangstelling was gewekt.

,,Heb ik jouw vriend getatoeëerd?''

,,Mijn ex-vriend'', zei ze, met de nadruk op ex. Ze was inmiddels wat dichterbij komen staan.

,,Je ex-vriend?’’

,,Ja sinds vanmorgen.’’

Dat was stof tot nadenken.

,,Zal ik zijn tattoo fucken?’’, stelde de jongen voor.

,,Zijn tattoo?’’

,,Moet ik zijn tattoo verknoeien? Ik krijg nog honderd euro van hem.’’

Dat mocht van haar, maar ze had nog een beter voorstel: ,,Als je iemand nodig hebt om hem in elkaar te slaan, mag je mij wel bellen. Ik wil de honkbalknuppel wel vasthouden.’’

De jongen gooide het ineens over een andere boeg. ,,Wil je mee naar een krakersfeest?’’

Haar antwoord verstond ik niet, maar ik meende te begrijpen dat ze al wat anders had.