donderdag 18 januari 2007



Grote broer

Ik geloof dat hij Robert heet, de jongen die vanmiddag belde of hij me een paar vragen mocht stellen over de bekendheid van het provinciaal bestuur van Friesland. Het zal wel iets zijn voor de komende provinciale verkiezingen. Ik vond het best.

Daar kwamen de vragen. Wist ik waar het provinciehuis is? Ja. Was ik er de afgelopen twee jaar wel eens geweest? Ook ja. Wie is de commissaris van de koningin? Ed Nijpels. Hoe zit het bestuur verder in elkaar? Gedeputeerden, provinciale staten en heel veel ambtenaren. Ik kreeg er schik in, want ik wist meer van de provincie dan ik me realiseerde.

,,Dat was het dan'', zei Robert. Het was over voor ik het wist. ,,Bent u ook bereid om deel te nemen aan een langere enquete? Die sturen we u thuis en daar krijgt u een geschenk bij.'' Wat voor geschenk wist hij niet.

,,Stuur maar op'', zei ik.

,,Dat komt in orde'', zei Robert en maakte aanstalten om op te hangen.

,,Wacht even, moet u mijn adres niet weten?'', vroeg ik.

,,Dat weet ik al'', zei Robert en hij noemde het op, met postcode en al.

,,Hoe heet ik dan?'', vroeg ik hem.

,,Uw voornaam weet ik niet'', zei Robert. ,,Maar uw voorletter is A en u heet Walthaus.''

,,Hoe weten jullie dat allemaal?'', vroeg ik. Ik begon achterdochtig te worden. ,,Waarom bellen jullie mij eigenlijk?''

,,Dat is het geheim van de chef'', zei Robert.

Ineens vond ik de provincie een beetje eng. Ze weten meer van mij dan ik me realiseerde.