vrijdag 14 november 2003

Fijne leraar



Schrijver Kees 't Hart, met wie het fijn in de kroeg zitten is, is gastdocent aan de universiteit van Leiden. Hij hield er twee lezingen, vorige week eentje over lezen, die nu in de Groene Amsterdammer is afgedrukt, en gisteren een over schrijven, die volgende week in NRC Handelsblad staat.

Ik was wel benieuwd en Leiden ken ik bovendien amper.

Het was in een kerk-achtige ruimte, die snel volliep met studenten en van die ontwikkelde mensen die je altijd ziet op zulke lezingen. Achter me zaten drie mensen die er in elk geval goed in thuis waren.

,,Toen Van het Reve kwam, da's inmiddels vijftien jaar geleden, was jij toen mee?''

,,Nee, daar was ik niet bij.''

,,Was dat vanwege dat ingezonden stuk toen?''

..Nee dat kan me geen donder schelen.''

,,Ik meende dat we met zijn tweeen...''

,,Nee, dan zou ik dat nog wel weten. Brandt Corstius was heel slecht, weet je nog? Over Multatuli. Hij had geen zin om zich daar druk over te maken.''

,,Ik zag Hugo Verdaasdonk. Was hier vorige keer ook.''

,,Wie was er vorig jaar ook weer?''

,,Zwagerman.''

,,Toen was ik er helemaal niet.''

,,Ben je naar de Multatulilezing geweest?''

,,Dat was geen echte lezing, meer stukjes. Met die Atte Jongstra.''

,,Is Fasseur nog voorzitter? In maart was toch Elsbeth Etty geloof ik?''

,,Drie rijen voor ons zit de grote Multatulikenner Wim Buddingh. Uiterst rechts.''

,,Ken je Kees 't Hart?''

,,Ik heb alleen met hem gesproken toen hij hier begon.''

,,Woont hij nu nog in Leeuwarden?''

,,Ik dacht het wel. Kijk daar zit hij, vooraan.''

,,Waar?''

,,Dat dikke hoofd, links.''

De lezing zelf was een een brij van kennis, waar Kees 't Hart aangaf hoe je schrijfstijlen kunt indelen, op een manier die goed paste bij deze kerkbankjes. ,,Literatuur is een poging met behulp van literaire middelen een tekort op te heffen'', stelde hij vast. Ga de rest maar in NRC lezen.

Na afloop was er gratis wijn en zoute koekjes. En er stonden ook allerlei studenten die les van 't Hart hebben. Hoe is dat, wilde ik weten.

,,We moeten veel lezen'', legde een meisje uit. ,,De ene keer moet je het boosaardig lezen, en de andere keer welwillend.''

,,We discussieren veel'', zei een jongen. ,,Ik ben het heel vaak niet met hem eens.''

En daar maken jullie verslagen van?

,,Helemaal niet'', schaterde het meisje. ,,Het is juist heel makkelijk, we hoeven verder niks te doen.''

,,Het is een heel verschil met de andere colleges'', gaf de jongen toe.