En ja, daar stond zomaar koning Willem-Alexander midden op straat. Rondom hem Fries-Museumdirecteur Kris Callens, commissaris Arno Brok en wat andere mannen in pak, die waarschijnlijk voor 's konings veiligheid moesten zorgen.
,,Ik heb hem net een oranjekoek gegeven'', vertelde Jet Postma van banketbakkerij Salverda. Een vrouw met een vrolijk schort - later las ik in de Leeuwarder Courant dat ze Sharon de Wilde heet en bij Barrevoets werkt - had hem dúmkes geschonken.
Pal voor me kreeg hij nog een zakje dúmkes van iemand met een oranje sjaal om. ,,Nóg een lekkernij!'', sprak de koning.
De foto die Jilmer Postma daarvan maakte voor het ANP zag ik twee dagen later. Toen pas herkende ik Piet Jelsma uit Oosterwolde. De foto prijkt op zijn Facebookpagina.Een grotere Oranjefan dan Piet Jelsma is in Friesland niet te vinden. Hij slaat geen Prinsjesdag over en heeft zijn huis omgebouwd tot Mini Oranje Museum (het naambordje hangt naast de deur).
Vier jaar geleden schonk kamerlid Harry van der Molen hem een speciaal mondmaskertje van Prinsjesdag 2020. Ik was erbij, want ik had ze met elkaar in contact gebracht, en schreef er de column over die hiernaast staat.
,,De hoeveelste keer was dit dat je Willem-Alexander echt sprak?'', vroeg ik.
,,Geen idee'', antwoordde Jelsma. ,,Wel een mooi aantal keren.''
,,Herkent hij je nu nog niet?'', vroeg ik.
,,Wat is herkennen?'', vroeg hij retorisch. ,Hij moet snel door omdat hij een programma heeft. Dus er is geen tijd om langer te praten en voor hem om mij eventueel te herkennen. Maar ik dénk het wel.''