De hoed van Karstkarel
Als je de fotos mag geloven, droegen vroeger alle mannen een hoed of pet. Tegenwoordig is de pet volop terug, al moet je hem cap noemen, maar de hoed niet, behalve voor kinderen die cowboy'tje spelen.
Schrijver Peter Karstkarel heeft altijd wel een hoed op. ,,Een echte Borsalino'', pochte hij vanmiddag in boekhandel De Tille, waar hij het dikke boek zat te signeren over middeleeuwse kerken, dat hij net heeft samengesteld. De hoed lag naast hem op een stapel boeken. ,,Pas hem maar even.''
Het voelde aangenaam, deze echte Borsalino, maar de rand was me te breed. Ik vind het model fedora, dat je altijd in films ziet en op de foto van William Heick hierboven, mooier. Die rand heeft volgens Karstkarel juist voordelen. ,,Je hebt 's winters warme oren, want de warmte van je hoofd blijft eronder hangen.''
Mooi allemaal, maar toch weet ik het niet. Zo'n hoed heeft iets aanstellerigs, van kijk mij nou. De drager wuifde dat weg. ,,De eerste week dat je er een ophebt denk je dat iedereen naar je kijkt, en daarna is het weg.''