Forever young
Vanmorgen kreeg ik uit het niets een mailtje van Johan Huizing.
Toen ik op studentenflat Selwerd I woonde was hij mijn buurman. Ik geloof dat mijn kamernummer 726 was, en dat van Johan 728. Ik woonde er iets eerder: voor Johan zat er een blowende kerel op die kamer die gek is geworden.
Johan had minder boeken dan ik, maar wel verantwoorde: ik herinner me een band met gedichten van Goethe in het Duits. Hij dronk bier, maar veel minder dan de Tukkers die er woonden en op feestjes de lege flesjes de gang in keilden. Volgens mij had hij geen televisie. Zijn ouders woonden in Drachten, de favoriete muziek van zijn vader was het vioolconcert van Max Bruch.
Totdat ik die mail vanmorgen kreeg, wist ik niet dat ik die zaken had onthouden. Maar al die details lagen in mijn hoofd te sluimeren, klaar om bij het minste of geringste zo naar boven te komen. Bijna rook ik de stortkoker weer, en de lift met al die krassen op de deur.
Johan verging het net zo, mailde hij, want we begonnen dadelijk heen en weer te mailen. Hij woont in de Provence en is bedrijfsjurist, maar daar hebben we het amper over gehad. Wel over de doka die we vroeger hadden, en hij wist nog dat ik ooit een Ludlum heb geschreven, na een weddenschap met Menno dat ik dat wel zou kunnen.
Tussen de negatieven uit die tijd zat bovenstaande foto van Johan op zijn kamer. Ik sluit niet uit dat hij er nu anders uitziet. De foto hieronder van mezelf komt van hetzelfde rolletje en ik ben ook een beetje veranderd. Al zijn we er van binnen eigenlijk altijd zo uit blijven zien.
,,Ach, aankomende vijftigers'', zei collega Kirsten, die geduldig had aangehoord hoe ik vandaag opgetogen over vroeger praatte.