vrijdag 10 februari 2006

Woede




Dat die oververhitte gelovigen van de week vanwege een spotprent auto's en gebouwen gingen vernielen, is natuurlijk van de zotte. Maar iets van die verzengende woede kon ik begrijpen, toen ik vanmorgen met de auto naar Wolvega wilde, voor de begrafenis van de moeder van Christien.



Mijn auto staat altijd op het parkeerterrein bij de Leeuwarder Courant. En pas toen ik er vanmorgen in wilde stappen zag ik dat de beide buitenspiegels, de ruitenwissers voor en de derde ruitenwisser achter er allemaal waren afgebroken.



Voor de voorruit zitten alleen nog een soort schroefjes met een kapotgebroken metaaltje eraan vast. Als je de knop van de ruitenwisser aandoet gaan ze suf heen en weer. Van de spiegels zijn alleen de pookjes er nog, waar je ze mee kunt bijstellen. Ze hangen lamlendig naar beneden.

En dan hoop je ineens dat degene die dat gedaan heeft onder een stoomwals komt. Eerst alleen een tijdje met beide benen. Of nog ergere dingen, die voor zijn ogen gebeuren met zijn oude moedertje of zijn geliefde kindje. Want hij dient met zijn poten van mijn auto af te blijven.

Slaat nergens op, zulke wrede straffen bedenken, maar het lucht wel op. Net als het in de fik steken van een ambassade, vermoedelijk. Ik zou het alleen nooit uitvoeren, want je weet wel hoe dat uitpakt. Ligt die vent met zijn benen onder de stoomwals, vind je het ineens weer zielig.