zondag 4 december 2005
A farewell to arms
Het is net een mondje, de snee die er in ziekenhuis Nij Smellinghe in mijn elleboog is gemaakt. Omdat mijn arm steeds dikker werd, zo´n arm als van Popeye, ging ik vrijdag toch nog maar even naar de huisarts, een vervanger van Anne.
,,Ik vertrouw dit niks´´, zei ze. ,,Ik wil dat er een chirurg naar kijkt.´´
Even later zat ik al op de Spoedeisende Hulp van het Drachtster ziekenhuis, waar maar liefst twee artsen belangstellend op mijn arm klopten.
,,Ik heb de neiging er het mes in te zetten´´, zei een van hen, die Storms heet en uit Limburg kwam al kon je dat bijna niet meer horen. ,,Al doe ik dat liever niet, maar er zit zoveel troep in...´´
Dus het mes ging erin, zo´n klein scalpeltje, terwijl mijn elleboog was ingepakt in steriele groene operatiedoeken met een gat erin. Ik kon het allemaal net niet zien, en maar een beetje voelen.
,,Komt er veel uit?´´,vroeg ik.
,,Heel behoorlijk´´, zei dokter Storms.
Hij spoot een zoutoplossing in de diepe snee, en propte er toen een wattendoekje in, zodat de wond niet dicht zou gaan. Daarna ging er voor een klein kapitaal verband om.
Zaterdag (gisteren) haalde een andere dokter het wattendoekje weer uit de wond, wat heel eigenaardig voelt. Het is net een prop gele snot om te zien, zo´n doekje als het eruit komt. En die snee is precies een mondje, met opengestulpte lippen, dat bloed kwijlt.
De foto (boven is een detail, hiernaast is-ie helemaal) is vandaag gemaakt, bij nog zo´n controle in het ziekenhuis. Hij is misschien een beetje vies, maar het is ook wel interessant.
Er zit nu een soort sok om mijn arm, dat het elleboogverband eronder op zijn plaats houdt. Ik mag wel kinderen een hand geven als Sinterklaas, morgen en overmorgen. Ik geloof dat de Sint ze het ´mondje´ beter niet kan laten zien.