woensdag 5 oktober 2005

Mouton Rothschild 1988




Chateau Beychevelle was pikdonker, toen we (vijf journalisten uit NL) er maandag aankwamen, er was een stroomstoring. Een dame met een zaklantaarn ging ons voor naar een eetzaal, waar Frans sprekende journalisten uit Zwitserland kaarsen in glazen hadden gezet, wat er heel kasteel-achtig uitzag. Toen later het licht weer aanfloepte deden we het uit, die kaarsen waren veel passender.

De Zwitsers bemoeiden zich amper met ons, een groet kon er nauwelijks af, maar dat hoefde ook niet want pal voor Marco Weijers, collega van de Telegraaf, stonden de flessen rode wijn, Les Brulieres, die uit dit huis komt. Die hebben we allemaal soldaat gemaakt, bij kaarslicht.

Echte kenners kunnen dan later nog precies vertellen, hoe het met de afdronk zat en of het aroma erg houtig is geweest, maar gewone mensen vergeten zulke dingen gauw.

Toch zijn er aspecten van wijn, die zoveel indruk maken dat ze bijblijven.

Dinsdagavond aten al die journalisten (en eregasten Roman Polanski en sir Ben Kingsley) in een naburig tweesterrenrestaurant. Iedereen verzekerde ons dat chef Thierry Marx binnenkort een derde ster gaat binnenslepen, want hij is een tovenaar van de nouvelle cuisine.

Het was ook heel erg smakelijk, maar het opmerkelijkste was nog de wijn die we bij de kaas kregen, een Mouton Rothschild uit 1988. ,,In de winkel vind je dit niet meer´´, vertelde onze tafeldame Barbara, die ons de hele tijd van alles over het drinken van wijn bijbracht. ,,Maar als je het wel zou vinden zou een fles ongeveer 800 euro kosten.´´

Hoe het smaakte? Nou, lekker natuurlijk, zacht en vol, al kan ik me de smaak zo een twee drie niet meer voor de geest halen. Maar die prijs, die blijft nog wel even bij.