zaterdag 20 april 2024

En klaar is de Romeinse wijzerplaat



De Oldehove heeft het een tijdlang zonder wijzers, wijzerplaat en de assen om de klok te luiden moeten doen. Ze hoopten dat alles voor 4 mei hersteld zou zijn, maar dat lukt niet, want er zijn gifstoffen (chroom 6, dat deskundigen chroom(VI)oxide noemen) in het hout van de ophanging ontdekt. Het duurt dus langer. Bij de aanstaande dodenherdenking nemen de klokken van de Dominicuskerk en de Bonifatius het over.

Het werk gaat door, deze week is de steiger bij de Oldehove weggehaald. Vanuit de Grote Kerkstraat heb je nu alweer vol zicht op de herplaatste wijzerplaat, die er als nieuw uitziet. De Romeinse cijfers fonkelen je tegemoet.

Het boeiende van zulke wijzerplaten vind ik de IIII. Overal ter wereld waar ik een klok zie kijk ik ernaar. Want het getal 4, leerde ik op school, schreven de Romeinen als IV. Een lager cijfer dat voor een hoger cijfer staat wordt van dat hogere cijfer afgetrokken. I (1) is lager dan V (5), dus IV is 5 min 1. 

Handig is dat talstelsel niet, wel sjiek, daarom gebruiken veel torenklokken en horloges het. Gek genoeg schrijven die bijna allemaal IIII (behalve de Big Ben in Londen, die als een van de zeer weinigen IV doet). Een I dus met drie keer I erachter. Je zou verwachten dat ze de 8 ook schrijven als een V met drie keer III erachter, wel zo consequent, maar de 8 staat er dan weer als IIX op.

Waarom klokkenmakers die gewoonte hebben is niet duidelijk. 

Het is wel mooi evenwichtig op de wijzerplaat, want te beginnen met 1 uur zijn er eerst vier getallen met I erin, dan zijn er vier met V erin en vervolgens vier met X erin. Zo bekeken is het net iets uit Sesamstraat: twintig keer een I, vier keer een V, vier keer een X en klaar is de Romeinse wijzerplaat.