,,Hoe komt het eigenlijk dat je pianostemmer bent geworden'', vroeg ik pianostemmer Henk bij de koffie.
Henk stemt al jaren mijn piano, een Feurich uit 1925. Hij is steevast complimenteus over het geluid ervan. Vroeger zei hij dat hij de eerste wilde zijn als ik hem ooit zou verkopen. Maar hij is nu aan het afbouwen, hij handelt niet meer, de werkplaats is leeg en krijgt een andere bestemming.
Henk blijft nog wel stemmen en hopelijk lang ook, want er komen amper jonge pianostemmers van de opleiding en de sector vergrijst in hoog tempo.
Henk vertelde hoe hij als jongeman niet wist wat hij wilde. Allerlei baantjes had hij, hij was zelfs naar zee geweest. Eind jaren zeventig kampeerde hij, werkloos, op Terschelling. Hij gaf met zijn hand aan hoe ver zijn haar destijds over zijn schouders hing.
Daar zat hij voor zijn tent wat gitaar te spelen. Een eindje verderop zat ook iemand met een gitaar, en hoe gaat dat, je raakt aan de praat.
Die ander vertelde dat hij gitarist was van Flavium. Een band uit Apeldoorn waarvan de naam mij vaag bekend voorkwam. De Flaviumgitarist vertelde dat hij lekker in de ww bleef, en daar had aangegeven dat hij een opleiding tot pianostemmer wilde volgen.
Daar viel het kwartje, zei Henk. Ineens wist hij dat hij pianostemmer wilde worden.
Hij meldde het bij de sociale dienst en volgde een opleiding - die was toen ook, in het kader van de spreiding, in het Noorden, ik meende dat hij Emmen zei. Inmiddels is hij het al meer dan 45 jaar.
Ik ken de gitarist van Flavium niet, ik kan ook niet zomaar een hit van de groep noemen. Maar ik ben hem dankbaar voor zijn levensbepalende opmerking, zomaar op een Terschellinger camping.