zondag 29 november 2009
Fûgelhelling
Jelle was jarig en hij hield een feestje. Hij belde op of ik ook wilde komen en met hem en een paar klasgenootjes meeging naar de Fûgelhelling, een vogelasiel in Ureterp.
Het ligt pal langs de snelweg, maar daar trekken de opgevangen vogels zich weinig van aan. Het is er leerzaam en je kunt er rennen, wat het tot een goede plek maakt om op zaterdagmiddag te bezoeken als je een jaar of tien bent.
,,Eigenlijk zijn er meer vogels in het voorjaar'', zei Pieter, die ons geduldig rondleidde en onder wiens leiding de tienjarigen braakballen van uilen uit elkaar gingen prutsen, om te zien of er muizenschedeltjes inzaten. Vogels of niet, een tot de verbeelding sprekend briefje op een van de deuren (,,dat is voor de vrijwilligers, anders lopen ze zo naar binnen'') deed het minstens zo goed.
Daar gaan we. Een zwaan.
Een egel die speciaal voor ons vermaak uit een warme berg krantensnippers en zijn winterslaap werd gehaald. Geen vogel, maar op deze opvang nemen ze het niet zo nauw.
Een andere, nogal opdringerige zwaan...
...die er aardigheid aan had me in mijn broek en been te bijten. Het voelt als een wasknijper.
Een soort Vaucansoneend, maar dan een echte die voortdurend kwaakte. ,,Deze soort noemen we 'kwakers'', vertelde Pieter. Zo moeilijk zit de natuur niet in elkaar.
Een enorme uil. Het soort ben ik vergeten maar deze komt hier eigenlijk pas voor sinds de Harry-Potterfilms zo'n hit zijn.
Een bietsende gans, die verwachtingsvol met zijn snavel tegen het raam tikte zodra hij binnen mensen zag bewegen.
En kijk: zelfs de natuurlijke vijand van de meeste vogels zat hier, met twee broertjes of zusjes in een doos. Dit was natuurlijk het gevaarlijkste dier van allemaal, op onszelf na dan, maar de tienjarigen liepen er steeds weer heen.
,,Ik wil hem wel hebben maar we hebben thuis al twee poezen'', verzuchtte een van hen.