donderdag 9 december 2004
Wuiven
Er is helemaal niets ter wereld dat opweegt tegen het door Hollum rijden met een mijter op, een rode mantel om, een warme Sint Nicolaasbaard om de kin en een schimmel. De schimmel Roosje was zo rustig als wat, ze liep trouw achter het muziekkorps aan, en werd zelfs een beetje bokkig toen het afgelopen was want toen wilde ze nog steeds achter het muziekkorps aan.
Een van de aantrekkelijke dingen van Sint te paard is het wuiven. Nederlanders zijn het zo gewend, om naar de Sint te wuiven, dat het bijna automatisch gaat. Bij de Stelp bijvoorbeeld, daar zie je achter allerlei ramen handjes bewegen, net een aquarium. Onderweg moet je goed op slaapkamerramen letten want daar zitten vaak kinderen voor te kijken.
Het meest bevredigend om naar te wuiven zijn de slungelachtige jongens van dertien en veertien. Die zijn namelijk te stoer om terug te wuiven, vaak roken ze al en ze zijn ook al eens dronken geweest natuurlijk. Ze staan langs de weg met de handen in de zak en een gezicht van voor-mij-hoeft-dit-allemaal-niet. Maar steek je je hand naar ze op, en kijk je ze strak aan, dan tover je in negen van de tien gevallen de hand uit de zak: die wordt wat half opgestoken, want helemaal, dat zou niet stoer zijn, maar het gebeurt toch. Vaak klinkt er ook nog gemompeld 'hoi' bij. Ja, het zit er bij de Nederlanders diep in.