maandag 10 mei 2004

Wrijfsnaarklank



Het werken voor een krant kan heel bevredigend zijn. Een paar weken geleden was ik bij een concert van een groep die Blackstrap heet, niet veel aan verder, maar af en toe hoorde je dat rare geluidje als een gitarist zijn vingers verschuift. Ik vroeg me ter plekke af, of er voor dat geluid ook een naam is.

Een paar dagen later schreef ik er een sterretje over in de krant. Dat was zo:

Wrijfsnaarklank
Het Nederlands mag een rijke taal zijn, er is zover ik weet geen woord voor het eigenaardige geluid dat gitaristen maken als ze hun vingers over de strak gespannen snaar bewegen. Dus niet het getokkel van de gitaar zelf, maar dat metalige, ribbelige, schuierende, op-en-neergaande geluid wanneer ze hun vingers verzetten. Als een zachte ritssluiting. Je hoort het veel bij folkmuziek, bij duo's die Simon en Garfunkel nadoen, maar ook bij weemoedige sologitaarstukjes. Het is geen onhandigheid, want beroemde gitaristen doen het soms ook, volgens mij hoor je het wel eens bij Eric Clapton. Misschien kun je makkelijk zo spelen dat je dat geluid niet maakt, maar dan is het niet ambachtelijk meer, je muziek is niet echt, geen echt mens met echte vingers op echte gitaarsnaren. Het geluid klinkt een beetje als Zieuw!, maar dat is geen mooi woord. Wie wel een goed woord weet, moet dat even opsturen. Waar taalverrijking niet uit zichzelf gebeurt, moeten we een handje helpen.


Afgelopen weekend kwam er een ingezonden brief van Leeuwarder musicus John Eskes. Hij is niet alleen gitarist, maar ook nog eens taalvirtuoos. Lees maar:

In reactie op het sterretje over de wrijfsnaarklank het volgende: als gitarist noem ik dit verschijnsel glide. Niet te verwarren met slide of bottleneck. Zoals in de wereld van de klassieke muziek het Italiaans doorgaans de voertaal is, gebruiken de musici in de popwereld de Engelse taal. Bijvoorbeeld vintage (authentiek), mint (in originele staat) slapping (het hameren op de snaren met bijvoorbeeld de rechterduim) etc.
Nieuwe snaren, en dan wel de zogenaamde omwonden snaren E-A-D en soms G hebben zeer dunne groeven aan hun oppervlak. Na een aantal bespelingen slijten deze ribbels. Tegelijkertijd worden ze ook opgevuld met vuildeeltjes bijvoorbeeld door zweet van de handen en slijpsel van de omwinding van de snaar zelf. Oude snaren hebben hoegenaamd geen slides. Een juiste linkerhandtechniek bevordert het voorkomen van glide. Daarom ververs ik mijn snaren alleen bij uiterste noodzaak. In dat geval: thuis drie dagen lekker inspelen. Weg probleem. Maar toch: soms is het wel heel charmant, vooral bij een Mesa Boogie of Marshall op standje 10!

John. Eskes.


Een paar week later, op 28 mei, kwam er nog een reactie, van muziekhandelaar Bob de Jong.

De wrijfsnaarklank (LC 3 en 8 mei) waarvoor een woord werd gezocht en waarover John Eskes een fraai en informatief ingezonden stuk leverde, heeft in de techniek wel een naam. Het geluidje zit in synthesizers en sampleplayers als effectje onder de knop 'squeek'. Zo kan een toetsenist het in een gitaarnummer naspelen. Kunnen wij het misschien in Nederland in het woordenboek krijgen als 'skwiek'?

Bob de Jong.