Het wonderlijke van All the President's Men (1976), de film met de dinsdag overleden Robert Redford, is dat hij niet over Richard Nixon en het politieke afluisterschandaal van Watergate gaat, maar over twee journalisten, Carl Bernstein (Dustin Hoffman in de film) en Bob Woodward (Robert Redford), die de zaak voor de Washington Post volgen. Ze brachten de boel aan het rollen, uiteindelijk trad Nixon af.
Die twee journalisten schreven er een boek over. Het was de bedoeling dat het over Watergate zou gaan, zoals het de gewoonte is met dat soort reportageboeken. Maar door toedoen van Robert Redford ging dat anders.
In een documentaire dertig jaar later vertelde Bernstein dat toen ze nog aan het boek werkten, Woodward gebeld werd door Robert Redford. Die had belangstelling voor het verhaal, maar dan moest de focus op het journalistieke werk liggen, vond hij.
Toen het manuscript min of meer af was, of in elk geval klaar voor verfilming, zette Redford de legendarische scenarist William Goldman aan het werk, die eerder Butch Cassidy and the Sundance Kid en The Sting had geschreven, waar Redford ook in speelt.
Goldman maakte van het in wezen saaie onderzoekswerk een spannend verhaal, dat ook nog eens heel goed verfilmd werd. Ik zou graag zeggen dat ik door die film journalist ben geworden maar dat is niet zo, al was ik er wel van onder de indruk.
Beroemdste regel uit die film: Follow the money: zoek uit waar het geld vandaan komt/naartoe gaat. Het wordt gezegd door een informant in een parkeergarage, die zich Deep Throat noemde. De echte Woodward en Bernstein hebben dat zinnetje nooit gehoord, het is verzonnen door Goldman.