maandag 16 september 2024

Steeds meer plakplaatjes


Kort na mijn verjaardag belde de buurman aan met een kadootje. Een boek, De Wadden-Eilanden, van koffie- en theehandelaar Simon Gaastra uit Workum. Dat bedrijf bestaat al sinds 1955 niet meer, lees ik op een site met Workumer geschiedenis, maar in 1928 was het er nog volop en gaf het dit soort boeken uit, waarvoor je de plaatjes vermoedelijk bijeen moest sparen door hun producten te kopen. 

Een zekere P. G. Jr. heeft het geschreven, een zoon van Gaastra gok ik. Hij schreef, bijna honderd jaar geleden: Bij de algemeene kennis van ons eigen land is die van bovengenoemde Wadden-eilanden (..) wel erg stiefmoederlijk bedeeld, vergeleken met die van onze verdere kuststroken. (...) Toch loont het werkelijk de moeite nader met deze eilanden kennis te maken: het typische van de bewoners, de gebruiken, de kleederdrachten, de flora en fauna meer van dichtbij te beschouwen, temeer daar deze door het isolement van deze gronden nog zoo ongerept zijn gebleven.

,,Er zit niet zo heel veel Ameland in'', zei de buurman er al bij, maar van de tachtig plaatjes zijn er toch veertien van Ameland. Texel en Terschelling hebben er meer, maar ik vind het best redelijk. 

Over Nes: Bizonder veel oude huizen staan aan de straatjes. (...) Midden in het dorp verheft zich een oude toren, waarvan het zadeldakje reeds van verre zichtbaar is.

Buren: De landen hier, de Buregrie, zijn niet door een dijk tegen de zee beveiligd, wat zoo nu en dan overstroomingen veroorzaakt, die goede bebouwing bijkans onmogelijk maakt. Weldra hoopt men de gronden echter te kunnen bedijken om hierin te voorzien.

Het Noordzeestrand bij Nes: Bont kleurt de menigte door elkaar, genietend, van de prettige, gezonde omgeving, steeds weer onder bekoring van de zich altijd anders tonende zee.

Ballum: Een betrekkelijk klein plaatsje, dat te midden van bouw- en weilanden ligt.

Hollum: Toont zich een aardig dorp te zijn, een tweede middelpunt van het zich ontwikkelende badleven op Ameland.

De vuurtoren: Veel schipbreuken kwamen hier (...) voor. Het flikkerlicht van den vuurtoren is echter in de laatste jaren een gelukkig voorbehoedmiddel gebleken.

P.G. Jr. was er twee dagen en een nacht, langer niet. Hij had meer eilanden te gaan.


Meer plakplaatjes



In Friesland, een boek uit de serie Mijn Land, staat een plaatje van een duin. Dat is volgens het bijschrift op Ameland. Het is het enige plaatje in het album dat over de eilanden gaat.

Dat boek komt uit 1930, en is uitgegeven door de firma Jb. Bussink, van de Deventer koek. Ook hiervoor moest je plaatjes sparen, in totaal honderd. Ik heb het (met nog een paar delen uit die serie) geërfd van pake. 

Bussink zette niet zijn zoon aan het werk, maar G. J. Nijland, de sportredacteur van het Algemeen Handelsblad, wiens kennis van ons mooie vaderland zoo groot mogelijke verscheidenheid van geschrift waarborgt. Helaas staat nergens wie de plaatjes heeft gemaakt - het zijn geen foto's maar kleine aquarellen, en af en toe een grote. Ergens anders las ik dat ze van 'schilders van de fabriek van Johan Enschede en zonen' moeten zijn.

Nochtans heeft Ameland in de laatste jaren als badplaats meer en meer opgang gemaakt, al mag men daar nog niet spreken van een bepaald bad-leven. Het badpavilloen ligt prachtig aan den voet van de met zeedennen beplante duinen: een wandeling dwars over het eiland daarheen is de moeite alleszins waard. Te midden van heel mooi geboomte ligt de voornaamste plaats van Ameland: Hollum.

Dat heeft die Nijland toch maar mooi gezegd.

En nog meer plaatjes



Supermarkt Plus in Hollum is deze maand met een plakplaatjes-album begonnen, samengesteld door historische vereniging De Ouwe Polle. Dat gaat enkel over Ameland. Over Hollum: In het dorp Hollum stap je letterlijk de levendige geschiedenis van Ameland binnen.

Ditmaal moeten er meer dan 200 verzameld worden. Echte stickers deze keer, je hoeft niet zoals bij die oudere boeken met de lijmpot aan de slag. Maar in onze tijd moet je wel veel meer artikelen kopen dan in de jaren dertig om aan alle plakplaatjes te komen. Ik heb er inmiddels twaalf.

zaterdag 7 september 2024

Handtekening van Pim de la Parra


In 2019 gingen we met Cinema Ascona op studiereis naar Eye in Amsterdam, om de gerestaureerde versie van Blue Movie te zien, die vertoond werd in aanwezigheid van hoofdrolspelers Carry Tefsen en Hugo Metsers. 

Na afloop vroeg ik beiden om een handtekening in mijn exemplaar van Scorpio Scrapbook 1965 - 1975, een knipselboek over het filmbedrijf achter Blue Movie en andere films van Pim & Wim. Wim Verstappen, de regisseur, leefde al niet meer. ,,Op mijn graf staat later Blue Movie gebeiteld'', heeft hij eens gezegd, een plan dat volgens mij niet is uitgevoerd. 

Wim was er in Eye dus niet bij, Pim de la Parra wel; dat wil zeggen, met een filmpje vanuit Suriname. Hem kon ik daarom niet om een handtekening vragen. 

Hij had bijna 50 jaar later (de film is uit 1971) nog steeds lol om de ophef destijds, vanwege de seks, terwijl er, zo zei hij het, maar weinig in gebumsd werd.

Pim & Wim kenden elkaar van de Nederlandse Filmacademie (Pim maakte daar, met klasgenoot/cameraman Robby Müller, een film die Megalopolis I heette, dus strict genomen is die nieuwe film van Francis Ford Coppola dit jaar Megalopolis II). Ze waren van een nieuwe garde filmmakers, die afrekenden met de brave films van Bert Haanstra en Fons Rademakers, die toen de top van de Nederlandse film waren. 

Pim & Wim bewogen Martin Scorsese om mee te schrijven aan hun script voor Obsessions (1969), gaven Sylvia Kristel een van haar eerste rollen (Frank en Eva (1973)), legden zonder het te vermoeden de basis voor Ma Flodder (bekijk Mijn Nachten met Susan, Olga, Albert, Julie, Piet en Sandra (1975) maar eens), ze maakten VD (1972), die bij Cinema Ascona op veel waardering kan rekenen. Oh ja, Pim bedacht het filmblad Skoop, dat hij zelf Cut had willen noemen. Daar heb ik nog in geschreven toen de meeste rebelsheid er al uit was.

Pim de la Parra is gisteren, vrijdag 6 september, overleden. De handtekening lukt niet meer, maar misschien komt er ergens een retrospectief van Pim & Wim-films. 

(Op de foto de handtekeningen van Carry Tefsen en Hugo Metsers)

vrijdag 6 september 2024

It's not easy buying green


Voor de tweede keer ging ik naar het Nationaal Archief in Den Haag, want met de dossiers van pake in het CABR was ik nog niet klaar.

Het binnenkomen ging sneller dan de vorige keer. Ik had nu mijn eigen pasje en het plakkertje voor de webcam zat nog in mijn laptop. De bewaker bij het draaihekje, die de laptop en het schrijfblok van tevoren controleerde, zei dat het een rustige dag was. Toch zaten er meer mensen aan de lange tafel dan de vorige keer. 

Een man met grijs haar en de manier van doen van iemand die weet hoe het er in de wereld aan toegaat zat achter een stapel archiefdozen vol rapporten van de POD (Politieke Opsporings Dienst, direct na de bevrijding in 1945 ingesteld). Hij klapte ze met enige gedruis open, las ze razendsnel en propte ze weer terug. Na verloop van tijd bracht hij de dozen bij de balie en vroeg nieuwe op. 

Al die tijd zat ik velletje voor velletje het veel dunnere dossier van pake door te nemen. 

,,U weet dat u ze vanaf volgend jaar ook online kunt bekijken?'', zei de bewaker, toen ik ze eind van de middag terugschoof in de doos. 

Dat wist ik wel, zei ik, maar dat lijkt me zoeken naar een naald in een hooiberg, terwijl als je het op deze manier doet een medewerker van het Nationaal Archief precies die dingen voor je klaarlegt die je wilt zien. 

Omdat ik toch in Den Haag was wilde ik naar de pennenzaak van P.W. Akkerman in de Passage, om groene vulpeninkt te kopen. Dat is een mooie kleur, het leek me wel sjiek om te hebben. Ik heb weliswaar al een flesje donkerblauw en eentje zwart, en die zijn voorlopig nog niet leeg, maar het bezit van een goede vulpen maakt hebberig.

Op de heenweg in de trein had ik me al wat ingelezen. Daar was het me gaan duizelen. Zo kun je op Reddit lezen hoe vulpengebruikers na jaren uitproberen hun favoriete groen hebben gevonden en elkaar de mantel uitvegen als iemand een foute keuze heeft gemaakt. De fantastische site JetPen vergelijkt een indrukwekkende verscheidenheid aan groene inkten, van heldergroen tot bijna zwart. Grondig werk, ze gaan er ook met water overheen als het al gedroogd is, om te zien wat er van het geschrevene overblijft.

Om niet in het aanbod om te komen had ik in de trein een voorselectie gemaakt. 

Iroshizuku Shin-ryoku van het Japanse merk Pilot. 

Sherwood Green van Diamine, uit Liverpool.
Lierre Sauvage van J. Herbin uit Parijs
En ook nog Bezuidenwoud, van Akkerman zelf.

Op JetPen stonden nog meer verleidelijke inkten, zoals Document Dark Green, dat Duitse inktmaker De Atramentis speciaal voor officiële documenten heeft ontwikkeld. Maar ik werd er een beetje gek van. Je zou ze allemaal willen hebben, maar hoeveel moet je dan wel niet schrijven om het op te krijgen? En waarover in vredesnaam? 

Bij Akkerman hadden ze alle vier van mijn selectie gewoon staan. In de wereld van inkt en pennen verbaas ik me nergens meer over. De mevrouw achter de toonbank zag mijn radeloosheid en kwam helpen. 

,Ik zoek groene vulpeninkt'', zei ik, en wees de vier aan die ik in de trein had uitgezocht. Ze trok kleurenkaarten tevoorschijn, zei dat ze de kleuren van Herbin altijd iets vaals vond hebben (Lierre Sauvage viel af), dat het potje van Pilot fors is en je dus veel inkt ineens hebt (Iroshizuku Shin-ryoku kwam op de reservebank) en demonstreerde met een houten prikkertje de inkt van Akkerman zelf, in een vernuftig flesje, en Sherwood Green.

,,De inkten van Diamine hebben we in een mooi klein flesje'', zei ze erbij. ,,Kunt u het gewoon eens uitproberen.''

Die werd het dus. Mede omdat die mooi donker is en je bij Sherwood natuurlijk meteen aan Robin Hood moet denken.

Groene inkt! Ik wil ook nog eens paarse.



(De plaatjes komen, op die van de inkt van Akkerman na, van JetPen.com. Die van Akkerman komt van Akkerman)



donderdag 5 september 2024

De ringen van Saturnus


Bij C en A in Bremen lag een grijze cilinder naast de bank, ter grootte van een wasmachinetrommel. Verderop stonden een ingewikkeld zwart gewricht en een statief met dikke benen.

Het was de catadiptrische telescoop die C heeft gekocht (ik moest het ook opzoeken: dat staat voor een combinatie van spiegels en lenzen), een Schmidt-Cassegrain van het merk Celestron. 

,,We hadden samen besloten om een telescoop te komen'', vertelde A, die uit haar hoofd de namen van allerlei hemellichamen kan opnoemen en ze ook feilloos aanwijst. ,,Ik dacht meer aan een die in een tasje past, dat je hem zo mee kunt nemen. Maar C had zijn zinnen op deze gezet.''

Zondagavond na het eten probeerden we hem uit. Ieder van ons had zo'n kaartlees-app op de telefoon voor het firmament en daar zag je op dat Saturnus ergens in de avond aan de hemel boven Bremen zou verschijnen.

We zetten statief eerst neer, daarop dat gewrichtending en dan de telescoop. Die til je er met zijn tweeën op: een om hem vast te houden, de ander om de schroeven aan te draaien. Wat op zich al spannend is.

Het gewrichtending is een vernuftig systeem van scharnieren, waarmee je de telescoop richt. Eerst moest dat gesteld worden, door drie sterren te vinden en in te stellen. ,,Dat is Deneb'', wees A recht omhoog. ,,En daar is Altair.'' Ik was onder de indruk. 

De telescoop richtte zich met een zoemgeluid naar de coördinaten van die sterren. Op papier klinkt dat leuk, maar het instellen was veel werk en het ding was nog eigenwijs ook. Terwijl Deneb bijna recht boven ons stond, draaide hij voor die ster een heel andere kant op. 

,,Je kunt er voor duizend euro een apparaat bij kopen die de telescoop helemaal zelf richt'', mopperde C omdat het maar niet lukte. ,,Dat had ik moeten doen.'' A keek ons aan en haalde haar schouders op.

Maar door de apps en onze eigen ogen vonden we na een half uurtje of zo een opvallend heldere witte stip boven de boomtoppen. Min of meer op gevoel richtten we de Celestron daarop. 

C keek eerst. ,,Shit man! Het is Saturnus!'', juichte hij. ,,Je kunt de ringen zien!'' Ook A, slaakte een kreet. ,,Grossartig!'', zei ze. ,,Je kunt zelfs de maan Titan zien.''

De verrukking van Saturnus zien door een telescoop die bij je op het balkon staat is enorm. C en A riepen hun dochter erbij, die al in bed lag. Eerst zag ze niks (,,Is het de bedoeling dat het allemaal zwart is?'') en toen gilde dat ze hem zag. Met haar mobieltje tegen de kijker maakte ze er een foto van.

Wat wij zagen leek totaal niet op de foto's die iedereen kent van Saturnus, van een reusachtige bol met een ring eromheen. Zoals die hierboven. Die is in 2023 gemaakt met de Hubble telescoop, dat is andere koek.

Dankzij de Schmidt-Cassegrain zagen wij een grijswitte cirkel, met een streep ervoor langs (Saturnus recht van opzij, als het ware, de banen zijn ergens na 2030 pas weer goed vanaf de aarde te zien). En de maan Titan was een helderwit puntje erboven. 

Maar we zagen dit hier zelf, dat maakte het bijzonder. We keken recht een peilloze diepte in, naar een planeet 1 miljard en 275 miljoen kilometer verderop. Gewoon op een balkon in Bremen, met een glas wijn in de hand en de stadsgeluiden in de verte.