zondag 16 september 2018

Good Morning Campers

Twee jaar geleden zat ik in café Videology in New York Tommy te kijken, de fantastische overdadige film van Ken Russell naar de 'rockopera'  van The Who.

En omdat in het achterzaaltje van dat café verder toch niemand zat (voorin bij de bar zaten ze allemaal te kletsen terwijl daar op drie schermen La Dolce Vita te zien was, met het geluid uit, zo'n tent is het) zat ik volop mee te zingen, want met Tommy kom ik een heel eind.

Vorige week donderdag was ik weer bij Tommy, nu in Herema State in Joure. Toen ik er aankwam klonk op de autoradio net The Letter van Joe Cocker, direct gevolgd door zijn versie van With a Little Help from my Friends, dus zolang bleef ik op de parkeerplaats staan om uit volle borst mee te zingen.

Bij Tommy zou dat meezingen hem niet worden, dat wist ik van tevoren al, want die was voor deze gelegenheid in het Fries vertaald.

Er waren heel veel oudere bezoekers, mensen die The Who nog hebben meegemaakt en weten hoe een flipperkast werkt. Henk Kroes, vroeger van de Elfstedenvereniging, vertelde me dat hij de plaat thuis in de kast heeft staan, al draait hij nooit meer platen.

Toen we met zijn allen naar het podium schuifelden zat me My generation in het hoofd, het boze-jongenslied van The Who, met de mooie regel: Hope I die before I get old. Nou, dat is allemaal heel anders afgelopen.

Meezingen ging dus niet. Maar toen dat marsmuziekje inzette waarmee Tommy's Holiday Camp begint:

Pompadompa DAAda dompa
Pompadompa DAAda dompa
Pompadompa DAAda
dompaDOM 

riep ik, ondanks mezelf, luid: ,,Good Morning Campers!''

Ik kon het niet onderdrukken. Op de tribune werd verbaasd naar me gekeken, maar op het toneel heeft niemand er wat van gemerkt.