Absinth, de kunstenaarsdrug van eind negentiende eeuw, mag vanaf zaterdag weer in Nederland verkocht worden, bij de slijter.
Ik moest toch even naar slijterij Donker, waar mevrouw Huisman aan het werk was. ,,Twee flessen witte wijn'', zei ik, ,,eigen merk'' (want ik doe niet moeilijk over wijn of bier).
,,En verkoopt u al absinth?''
,,Loop maar even mee'', zei mevrouw Huisman. Ik volgde haar naar een kantoortje, helemaal achterin het verwarrende gebouw dat vaag naar lang geleden kapot gevallen flessen drank ruikt. Daar stonden twee matglazen flessen met een lichtgroen goedje en er hing een ouderwets geemailleerd bordje van absinthmaker Pernod. ,,We hadden ze al langer'', zei ze. ,,Maar ik weet nog niet wat voor prijs ik ervoor moet vragen.''
Ik kom er nog wel eens voor terug, zei ik.
Thuis dacht ik ineens, misschien moet ik Bert van de krant maar even bellen, tenslotte is het een soort nieuws.
,,Welke sliter hast west?'' vroeg Bert.
,,Donker, allicht'', zei ik (dat was vroeger hun slogan).
,,Ah, die wie fan'e moarn ek al op'e omrop'', zei Bert.
Tja - als je pas 's middags je boodschappen doet kun je soms al behoorlijk achter het nieuws aanlopen.